Pieter Teyler van der Hulst werd op 25 maart 1702 geboren in Haarlem. Hij werd zeer rijk als fabrikant van laken en zijde en als bankier. Als typisch vertegenwoordiger van de Verlichting had Teyler een brede belangstelling voor wetenschap en kunst. Op beide terreinen legde hij verzamelingen aan. Daarnaast was hij zeer geïnteresseerd in theologie (godgeleerdheid).
Zijn geld - twee miljoen gulden, een enorm bedrag in die tijd - liet hij na zijn overlijden (in 1778) na aan een stichting die bestuurd moest worden door vijf directeuren, gekozen onder zijn Doopsgezinde vrienden. Als doelstellingen van de stichting noemt Teyler het bevorderen van godsdienst en het stimuleren van kunsten en wetenschappen. De genootschappen die hieruit ontstaan vergaderden over Godgeleerdheid en over natuurkundige, historische, poëtische, kunsthistorische en munt- en penningkundige onderwerpen.
Uit de nalatenschap van Pieter Teyler ontstaat Teylers Museum, het oudste museum op het Europese vasteland. Het museum is nog steeds in vrijwel originele staat te bewonderen.