Begin 19e eeuw was Haarlem geen belangrijke textielstad meer. Koning Willem I steunde daarom een plan om Belgische en Engelse textielfabrikanten met subsidies naar Nederland te lokken. Zij zouden zorgen voor fabrieken om katoen te bleken, verven en drukken.
Textielfabrikant Guillaume Jean Poelman bouwde een fabriek in Haarlem. Tussen het Spaarne en het huidige Ripperdapark startte Poelman in 1834 zijn katoenspinnerij en -weverij De Phoenix.
Geschoolde arbeiders waren helaas moeilijk te krijgen. Toch werden er opvallend veel weefsels gemaakt in De Phoenix. Bij een keuring in 1837 bleek dat Poelman doeken uit Engeland had geïmporteerd om als eigen werk te verkopen. In 1887 werd De Phoenix gesloten.
Op deze prent staan diverse onderdelen van de katoenfabriek van Poelman & Fervaecke (sinds 1834), Jacobson & Co. (sinds 1836) en Prévinaire & Co. (sinds 1843). De bovenste afbeelding laat twee zelfstandige fabrieken zien, de 'Drukkerij en rood-verwerij' aan de Kinderhuissingel/Garenkokersvaart en 'Weverij de Phoenix' aan de Parklaan / Friese Varkenmarkt.