In de 19e eeuw was het leven voor fabrieksarbeiders in Nederland slecht. Ze deden zwaar en gevaarlijk werk, waren arm en leefden met hele gezinnen in kleine, vieze krotten. Rond 1870 noemden mensen dit probleem de 'sociale kwestie'.
Verenigingsgebouw
Sommige fabrikanten wilden hun arbeiders helpen. Zoals Pieter Smidt van Gelder, eigenaar van de 'Verenigde Koninklijke Papierfabriek Van Gelder Zonen'. Hij bouwde huizen, wegen, sportvelden en een kleuterschool voor zijn personeel. Daarnaast schonk hij in 1904 het verenigingsgebouw Concordia. Hier zaten onder andere een badhuis en theaterzaal in. In de theaterzaal konden het harmonieorkest, de toneelvereniging en gymnastiekvereniging van de fabriek optreden. In deze bron lees je over de opening van Concordia.