In de 19e eeuw werkten veel mensen in fabrieken. Dat fabriekswerk was zwaar: arbeiders werkten tussen de 12 en 16 uur per dag, deden gevaarlijk werk en kregen slecht betaald. Ook vrouwen en kinderen moesten lange dagen werken. Dat veranderde in 1889 met de Arbeidswet. Voortaan mochten vrouwen en kinderen tussen de 12 en 16 jaar niet meer dan 10 uur per dag werken en niet op zondag.
Fabrieksarbeidster
In 1891 onderzocht een enquêtecommissie de werkomstandigheden van Haarlemse arbeiders in fabrieken en werkplaatsen. De commissie wilde onder andere weten of de werkgevers zich aan de Arbeidswet hielden. Hiervoor interviewden ze 134 personen. In deze bron wordt fabrieksarbeidster Johanna Hoogveld geïnterviewd door de commissie. Zij vertelt over het zware fabriekswerk, kinderarbeid, armoede, lange werktijden en het combineren van haar werk met het huishouden.