De scharensliep trok vroeger langs de deuren om scharen te slijpen. Hiervoor had hij een houten kar met een groot wiel voorop. Dat wiel was verbonden met een ronde slijpsteen (links op de kar). Met een voetpedaal dreef de scharensliep het wiel en de slijpsteen aan. Als hij dan een schaar tegen de draaiende slijpsteen aanhield, werd de schaar geslepen. Maar hij maakte niet alleen scharen scherp. Mensen brachten ook messen, koffiemolens, scheermessen en zelfs schaatsen!
Na de jaren '80 verdween de scharensliep. In die tijd werden nieuwe producten veel goedkoper. Daardoor lieten mensen hun botte scharen niet meer slijpen, maar kochten ze gewoon een nieuwe. Daarnaast zorgde de komst van roestvrijstalen scharen ervoor dat scharen veel minder snel bot werden. Zo had de scharensliep geen werk meer.