In 1866 brak opnieuw de cholera op plekken in Nederland uit. Daarom moesten gemeenten in Noord-Holland zich voorbereiden op een cholera-uitbraak. De overheid raadde aan om jaarmarkten en kermissen niet door te laten gaan. Ook moest de hygiëne beter: mensen moesten hun vuilnis opruimen en in buurten met slecht drinkwater werd gratis duinwater aangeboden.
Ondanks deze maatregelen brak er ook in Noord-Holland een grote epidemie uit. In Velsen stierven veel gravers van het Noordzeekanaal aan de cholera.