Hoe zag het dagelijks leven van een Haarlemmer er uit? Welke voorwerpen werden gebruikt? Wat werd er gegeten en gedronken? Hoe zag een woning er van binnen uit? Wat deed men in zijn vrije tijd? Dit thema belicht vooral de huiselijke kant van het dagelijks leven en kan daarom worden gezien als een aanvulling op het thema Stadsgezichten.
Trefwoorden
Beschikbare tools
Overzicht van alle transcripties
Overzicht van bron(nen) op de kaart
Om ijs te maken
Om ijs te maken
Neemt het ijs en slaat het klein, neemt eenen
kleinen emmer, gooit eerst wat ……… kleine ijs
dat de bodem wel dik bedekt is, neemt dan
twee groote handen vol grof zout op dat ijs,
zet dan uwe ijsbos er boven op, vult dan uwen
emmer met het ijs rondom, doch wel er bij
strooijen rondom; de bos een moment ge-
staan hebbende, draait dan de ijsbos 25 of
50 maal in de rondte, doch zorgt dat de
bos en het ijs wel stijf in den emmer ineen
geprangt is, zoo zal het meteen beginnen
te vriezen; vriezend laat het staan en van tijd
tot tijd wel roeren, dat geene klonten er in
komen, als het dik is wel dooreen roeren
gelijk beslag, doch wel letten dat er geen
zout of ijs in valt.
Vlade voor het ijs
Neemt een pintje room, 5 à 6 doren van eijeren
in dezelve en mengt dat wel onder een wat
banille en suiker er in laat dat koken tot
het dik begint te worden roert het goed op
dat het niet schift kout zijnde doet men
het door eene zeef in de ijsbos.
Chocolaad ijs
Neemt een half pint room met wat suiker en
een stukje chocolaad met water, roert het fijn
op het vuur, doet de room en suiker erbij,
doch hetzelve moet niet te dik of te papachtig
zijn, dan laten bevriezen is heel goed.
Recept kalfskopsoep
Kalfskopsoep
6 grote uien fijn gehakt met wat bo-
ter roerende op het vuur tot dat dezelf-
de bruin worden dan een lepel
bloem er door geroerd tot dat het schuimt.
2 citroenen een nootmuskaat ordinare (normale) pe-
per zout en Spaanse peper na de smaak
veel ossesjeu (vleesjus) en dan het vlees aan dob-
belsteentjes gesneden er in gedaan en tot de dikte van
een behoorlijke soep gemaakt. 2 uren zacht-
jes laten meuken (koken) een half uur voor men het
binnen brengt een paar glazen Madera of
een half flesje Rijnsche wijn er in gedaan.
Mimi Hooft
Loterij
Wat salder weesen, voor een schuerster bij deesen.
Marijtgen Jacobsd(ochte)r in de Jacopijnnestraet
Ten huyse van Grietgen Claesd(ochte)r tot Haerlem
Zalf voor het doorliggen
Zalf voor het doorliggen
Zeven oncen schapenvet.
Zeven oncen gesmolte reusel.
Anderhalve pint Lamp-olie.
Twee lood witte was.
Drie stuivers Brandewijn.
Drie stuivers roode en witte menie.
Schapenvet gesmolten – niet te hard
braden – door een zeef gegoten –
alles bij elkaar gedaan en goed
doorgeroerd.
30 nov. 1848
Recept voor balsem
Om Balsem de Lucatelle te maaken
Neem 12 loot olijf olij
12 loot venetiaanse terpentijn
8 loot geele wasch
½ loot balsem van Perú
1 loot rood zandelhout
De wasch moet eerst aan kleyne stukjes gesneeden, en in
een nieuwe pan op ’t vuur gesmolten worden, in de olij: Dit
gesmolten zijnde di Balsem van Perú, en ..yndelijk het
sandelhorie, maag mag voor al niet kooken, ons roert
men het tot dat het terdeege koút is
Dit medicament is goet voor boze.. kwaalen & voor
iemand die zig inwendig bezeerd heeft, moet om de 3 uuren
gebruykt werden, telkens ien stukjes als een groot
noote muscaat inzonderheyd s’aromas, ten minsten
een uur na men gegeeten heeft, als men, na bed gaat
& ook s’ morgens nugteren, moet wel in agt genoomen
worden men het niet kort op t’ eeten doet, of kort na
het gebruyk niet eet anders doet het geen behoorlyke
werking
De geen die dit ancdiament gebruykt moet zig wel
Myden van wat gerookt is ook van veel zout zuur
& van specerijen, mitsgaders veel wijn of sterke dranken
Tis ook goed voor varsche wonden
Recept macaroni
Macoroni
Neemt zo veel macoronie als men dunkt
noodig te hebben, zet die ruim, doch zeer
langzaam in bouillon te koken, zoo dat
ze niet breekt neemt dan vijn gehakt rook-
vleesch, geraspte oude kaas (doch veel meer
als vleesch) een sousje gemaakt van melk
en blom en boter. Dit alles voorzigtig geschud
onder de macoroni als die gaar is.
En dan in een schoteltje gedaan in een
vorm is net zoo goed met beschuit boven
op gestrooid, hier en daar een stukje gedaan
en met de deksel met vuur laaten staan
tot dat er een bruin korstje op komt.
Juffrouw Muller
Zeelt en griesmeel pudding
Smoddervisch
Men maakt een saus, bestaande uit fijn
gekorve uijen, die in een weinig water gaar
gekookt; dezelve gaar zijnde, giet men het
vocht daar af, en doet daar bij wat melk,
blom, zout, foelie, en veel boter, de quantiteit
van al dit na de hoeveelheid, en laat het alles
te samen kooken, dat het een heel gebonden saus
wordt; intusschen kookt men de visch, en
wanneer die gaar is, wordt die in een diepe
schotel gelegd, met tusschen beide gekookte
aardappelen; vervolgens wordt de bovengemelde
saus daar overgegoten.
NB. De snoek moet eerst geschrapt worden
de kop en vinnen daar af.
Podding van griesmeel
Een vierde, of 10 loot griesmeel, een halve fles
melk, ruim ¼ boter, ¼ suiker, het meel met de melk
gekookt tot het heel dik is, dan de boter en suiker
er door geroerd tot het heel wit is, 6 eijeren het
wit tot schuim geslagen, en er eerst bij gedaan
als ’t beslag in de vorm gaat, de schil van een
citroen er in geraspt.
Het moet 1 ½ uur koken.
Prijsvraag HMW
Antwoord
van
Onder de sinspreuk ten nutte
van mijn Vaderland,
aande Hollandsche Maatschappij
der Wetenschappen voorgestelt inden
jaren 1758, op de vraag
Welke is de beste weg, om op de kortste
de zekerste, en minst kostbare wijze
een dijkbreuk te stoppen
Om dan ter beantwoording van diens vraag te treeden
zoo neem ik voor aft de vrijheit, mij alleen te bepalen
tot de dijken, gelegen aan onze rivieren, dewijl aldaer
mijns bedunkens (en zoo ik vertrouwe niet zonder grond)
de meesten, dijkbreuken bij hoog opperwaterde te
digten zijn
Daar en boven zijn de dijken, in dit ons gemeenebest
dewelken aan zee gelegen zijn, of door sware steenen
gloijinge, voor het oude bolwerk, of voor de dijken
gloijinge gemeakt, en met zware kijsteene gedekt
te hebben, in een staet gebragt, dat dezelve tegens
de woede van die zeen bestant zijn, en menschelijken
wijsen geen doorbraek te vreesen is.
Indien het dan gebeurde dat in een van de dijken, gelegen
aan onse rivieren, een dijkbreuk kwam te vallen, zoo
zoude nodig zijn (zoodra het water binne zijne oevers
gekeert was) deeze breuk van voren inde rievier, en
vande binne of land zijde, eerst te sluijten, met een
rijsen berm breet in zijn aanleg na mate van de diepte
vant gebrokene oft uijtgescheurde gatt, dorceerende aan
wedersijde en wel aande buijten zijde 1 ½ voet op de voet,
en de binnen zijde van deeze berme * voet op de voet,
deze bijdenberme op te werken, en op den bodem of gront
te bezinke en vast te zetten, zoo als gebruijkelijk is breet
op de kruijn vandezelve 18 voet, en ten minsten aan weder-
sijnde 4 a 5 roeden voor bij de breuk heen te werken en
inden ouden dijk te sluijten ter hoogten van 2 voeten boven
het dagelijks water inde rivier
Deeze berme aldus van hoogte, breete, en dorceering opge-
werkt zijnde, de opening of tussen wijtte aan te vullen
met goede klij aarden, ter hoogte vande berme en dus
den dijkbreuk in den grondslag gestopt zijnde, zoude men
met den verdere voltoijing kunne of moeten voortgaan en begin
nen uijt de halve breeten vande rijsenbermen, om dus
dezelve bermen door de drukking of swaerte van 't lig-
,,haam des dijks voor’t shuijven te verhoeden den dijk
vervolgens op te werken ter hoogte vande ordinaire pijl
van den dijk aldraar gebruijkelijk daar de breuk mogt
zijn gevallen
De breete vande kruijn vanden dijk en de dorceeringen
aan wedersijde wert in deeze vraag niet gerequineert
edog neeme als in’t voorbij gaan de vrijheit om te zeggen,
dat indien het terreijn zulks toelaet, hoe dorceerenden
hoe beeter, sterker en sufficanter en voornamentlijk
aande zijde tegens de rivier, ten minsten op de een
voet hoogte 3 voet dorceereng en aande binnenkant
op de 1 voet hoogte 1 ½ voet dorceering en den dijk in
diervoege gemaakt zijnde, heeft dezelfde geen persing
maar veel eer eene drukking van het water.
De bewerking om een dijkbreuk te stoppen, dus verne
kortelijk hebbende volbragt, vermeene ik dezelve ook
te voldoen aande geeijste poinctes,
wat belangt de kortheijt van deze bewerking of stopping
zal niemant in twijffel trecken.
Dat dezelve zeeker is, vertrouwe ik dat uijt
Deeze volgende reedenen kunne betoogt worden
Eerstelijk, indien een dijkbreuk gestopt wierd met een
Rijsenberm direct door de breuk heen te laggen, en ver-
volgens den dijk, daar uiijt op te werken, zal of kan onmo-
gelijk zoo digt zijn.
ten tweeden wert den dijk, door de voorgestelde bewer-
king aldaar bevrijt, van door de stroom ondermijnt te
werden (dewelke op verspreijde plaatse direct tegensde
dijken aanloopt)
ten derden, de voorgemelde barmtens gelegt zijnde zoo
kan de spetie, die in deeze tussen wijttes ter aanvulling
vande dijkbreuk werd gebragt, beter bezakken, en met
de onderleggende grond vereenige, en dus alle lekkagie
weggenomen.
De materialen tot de voorgemelde stopping zijn in
overvloed aan of bij onse * te vinden en der-
halven ook’t minstkostbaarste.
Hier meede hopende aan het heijlsame en nuttige
oogmerk der Heeren vande Hollandsche Maatschappij
der Wetenschappen, schuldpligtig voldaan te hebben,
in het beantwoorden op de vraag door dezelfde vastgesteld
voor den jaren 1758, en in het hooft dezes vermeld, aan
wien ik als een opregte inwoonder met alle
hoogagtinge blijven
Uwel Edelheedens,
Den 1 Maert 1759
Onderdanigste Dienaer
Ten Nutte van Mijn Vaderland
Antwoord op de vraag
vande Hollandse Maatschappij
der Wetenschappen, voorgestelt 1758
Welke is de beste weg om op de kortste
de zekerste, en minstkostbare
wijse, een dijkbreuk te stoppen
De kermis
Aan Haar Edele Lieden
groot achtbaare,
de heere bourgermeestren
En regeerders der stat
Haarlem
Geeft ootmoediglijk te kenne Pieter Marcelle
Dat hij suppliant geerne soude voorstaan op-
de aanstaande kermis buijten de groote hout
poort met een tent, om daar in te vertoonen,
een troup koordanssers, en dewijl hij
suppliant weet dat hetselve niet kan geschiede
sonder consent van haar Edele Lieden, soo keert
hij dierhalve sig tot haar Edele Lieden versoekende
dat sij die sijn versoek sulle gelieve te
permiteeren
T'welck doende etc.
Eten in het weeshuis
Voedingsstaat der Weezen in het Gereformeerde Weeshuis te Haarlem
Ponden Roggebrood
Ponden Tarwebrood
Ponden Boter
M***[?] Aardappelen
Ponden Rijst
Kop Gort
Kop boekweiten gort
Ponden Meel
Kop Groene *****[?]
Kop Bruine boonen
Ponden Schenkel [=rundvlees]
Ponden Vet
Ponden Spek
Kan Zoetemelk
Vat Karnemelk
Ponden siroop
Ponden Stokvisch
Deze voedingstaat geldt voor 120 weezen, beginnende
met dinsdag, omdat hij op maandag, wanneer
onze Regentessen vergaderen, telkens bij de aanvraag voor
het noodige voor de volgende 14 dagen, wordt voorgelegd.
Betrekkelijk het brood valt op te merken, dat dagelijks
10 pond roggebrood en 8 pond tarwebrood (huisbak)
wordt gebruikt tot boterhammen voor 87 weezen welke
die te zes uur de avonds krijgen, behalve des zaterdags
En zondags, wanneer sommigen uit zijn en
dat minder is; dat dinsdags en vrijdags, boven
’t gewone, des middags 6 stuks roggebrood wordt gebruikt
bij het spek, en des zondags 8 stuks tarwebrood
bij de soep.
Het meel, de siroop en vijf ons boter wordt zaterdags
gebruikt voor saus bij de boekweitgort.
De saus en boekweitgort worden beide in karnemelk
gekookt.
Bruidsschat
Inventaris van de goederen die
Guertgen Arentsdochter ten
huwelicke aenbrengen sal bij Hendrick
Emptinck haeren toecomende
bruydegom
Twee huycken
Een roode rock
Een paerse rock
Twee blaeuwe rocken
Een swarte groffgreyne rock
Een swarte laeckense rock
Een gecoleurde rock
Twee Vriesche rocken
Twee bonte jacken met mouwen
Een geblomt damast jack
Twee swarte Turckse jacken met mouwen
Een gebeelt jack
Een gecoleurt jack
Twee swarte heere saeye schorten
Drie blaeuwe schorten
Twee roode borstrocken
Twee bonte borstrocken
Drie requessgens
Drie fulpe lapers (NB: fulpen = van of als van fluweel)
Een Coers schortecleet
Een Turcxs schortecleet
Een paers schortecleet
Drie paer koussen
Een root incornate rocklijff
Een blaeuw rocklijff
Een silvere beecker
Twee silvere lepels
Een silver onderriem
Twee silvere tuygen
Een silver messgen
Een silver sleutelraecxs (NB: sleutelreeks = sleutelbos)
Een boeck met silver beslach
Een tasch met een silveren kettinch
Vier goude ringen
Een bedt ende peulu
Ses deeckens
Twee paer kussens
Twee gordijnen
Twee kleetgens
Acht blauwe schortekleen
Acht witte schortekleen
Twintich santeen
Een en twintich fleppen
Ses hooftdoecken
Ses doeckhuyven met bantgens
Drie kraegen
Veertich mutsen
Vijftich halsgens
Elff gesteeckte mutsen
Vier ende t’sestich sack neusdoecken
Twintich neusdoecken met kant die men om de hals draecht
Acht neusdoecken sonder kant
Twee en dertich laeckens
Drie Ses ende t’sestich dertich kusseslopens
Seve peululaeckens
Twee ende dertich servietten
Vijff taffellaeckens
Drie ende dertich hemden
Thien nachtmantels
Acht handtdoecken
Een wit lijffgen
Seven stoelkussens
Een kaert
Een ende twintich twaelff schilderijen
Acht kleyne schilderijtgens
Een ende twintich twaelff groote schuttelen
Een ende t‘ sestich cleyne schuttelen
Een spiegel
Een heugel
Een tangh
Een haert ijser
Een taeffeltgen
Twee swarte stoelen
Ses ende t’seventich stoelen
Twee kassen
Ses postoleyne kopgens
Drie kommen cleyne kommen
Twee kopere potten
Een gootelingh
Een bijbel
Een testament
Een kan
Een kandelaer
Een mostaertpot
Een soutvat
Vijff doosen
Een vullisback
Een eetens kassgen
Een preeckstoel
Een letterhoute emmertgen
Twee manden
Vier strijckijsers
Een ton met een sloth
Een cleerben
Alsdus gedaen binnen Haerlem ende in kennisse der
waerheyt desen geonderteeckent, op den vier ende
twintichsten april anno 1660