In 1879 openden Joseph Otto Brinkmann en zijn broer Heinrich in het pand aan de Grote Houtstraat 62 een café-restaurant. De combinatie van café en restaurant was toen nog zeer ongebruikelijk, maar deze nieuwe formule sloeg aan. Al in 1881 verhuisde men het café-restaurant naar de Grote Markt.
De gebroeders Brinkmann waren Duitse immigranten, afkomstig uit het Westfaalse dorpje Nienborg. Joseph Otto en Heinrich deden in Amsterdam ervaring op als kelner voordat ze in Haarlem hun eigen zaak openden. En die zaak liep goed. Al in 1880, zo bleek, behoorde het café-restaurant Brinkmann qua uitgeschonken sterke drank tot de Haarlemse top. De gebroeders lieten negentig procent van de concurrentie achter zich. Waarschijnlijk maakte deze ervaring de jonge ondernemers optimistisch. Want een beetje optimisme was toch wel nodig om een nieuwe zaak te openen op een prestigieuze locatie als de Grote Markt.
Om het pand Grote Markt 11 te verbouwen van woonhuis tot café-restaurant was meer geld nodig dan de gebroeders Brinkmann op dat moment konden ophoesten. Voor het noodzakelijke investeringskapitaal leenden ze in 1881 een bedrag van 9000 gulden van Heinrich A. Schlatmann, een Duitse textielwinkelier aan de Lange Veerstraat, en in 1883 nog eens een bedrag van 11.000 gulden van schoorsteenveger annex wijnverkoper Petrus J.F. Beccari, kleinzoon van de eerste Italiaanse schoorsteenveger in Haarlem.
In de loop der jaren kocht het bedrijf Brinkmann het ene na het andere pand in de directe omgeving op. Rond 1930 behoorden zo'n beetje alle panden tussen de Grote Markt, de Barteljorisstraat, de Schoutensteeg en de Smedestraat tot het imperium. Brinkmann heeft een café-restaurant, een zalencomplex, een bioscoop, een theaterzaal, een biljartzaal, een kegelbaan en een garagebedrijf gehad. Hele generaties Haarlemmers vierden er hun huwelijksfeest, talrijke Haarlemse verenigingen huurden er zalen en de Haarlemse bloembollenondernemers hebben er jarenlang op maandag hun welverzorgde maaltijden genoten.
In de jaren zestig verminderde het aantal bioscoopbezoekers drastisch, de televisie hield mensen thuis en de Grote Markt werd onbereikbaar voor auto's. Brinkmann sloot in 1970.
Bron
Brinkmann
