Op zaterdag 11 november 1944 stopte een trein bij het goederenstation Westergracht. Het Haarlemse verzet had de spoorlijn gesaboteerd bij de brug over de Zijlweg. In de wagens zaten mannen uit Rotterdam en Schiedam. Ze waren door de Duitse bezetters opgepakt bij een grote razzia om te werken in Duitsland.
Er gebeurde van alles, ook omdat de Duitsers het toezicht slecht regelden. Veel Haarlemmers brachten voedsel naar de mannen in de treinen. Ook ontsnapten er Rotterdammers. Een Rotterdammer nam een Haarlems meisje, dat bij de voedseluitdeling betrokken was, aan de arm en wandelde weg, alsof hij haar vriendje was. Een bakker die brood bracht met zijn kar nam in de lege bak een man mee en fietste er rustig mee weg.
Mevrouw Geertsema-Allema uit Spaarndam beschrijft deze dag in haar dagboek. Bekijk de transcriptie hiervan onder 'Beschikbare tools'.