Tijdens de Japanse bezetting van Indonesië nam het Indonesische nationalisme toe. De Nederlandse regering was nog niet van plan om Indonesië te verlaten. In Nederlands-Indië woonden voor de Tweede Wereldoorlog 300.000 Nederlanders en de kolonie was voor Nederland economisch van groot belang.
In 1944 besloot de Nederlandse regering in Londen (naast 15 bataljons) 5000 vrijwilligers naar Nederlands-Indië te sturen om het gezag te herstellen en de Japanners te verslaan. In Haarlem kon men zich na 5 mei 1945 aanmelden in de Jansstraat 81, later Heemsteedse Dreef 271. Ondanks de leeftijd criteria (vrijwilligers moesten tussen 18 en 26 jaar oud zijn) sloten er ook illegaal een aantal jongens van 16 of 17 aan.
In juni 1945 hadden 865 mannen uit Haarlem zich als vrijwilliger aangemeld (inclusief Spaarndam en Haarlemmerliede). Pas maanden na de capitulatie van Japan vertrok het Kennemerbataljon eind november naar Engeland. Een maand later vertrok het bataljon met het schip de Alcantara naar Azië.
Op 17 augustus 1945 riep de nationalistische leider Soekarno de onafhankelijkheid van de Republiek Indonesië uit. De Nederlandse regering probeerde echter nog steeds haar gezag in Indonesië te herstellen en stuurde voor het eerst in de geschiedenis dienstplichtigen naar Indonesië.
In de zomer van 1947 waren er 100.000 Nederlandse militairen op Java en Sumatra te vinden. Dit militair optreden van Nederland wordt de 'eerste politionele actie' genoemd.
In juni 1948 keerde het Kennemerbataljon huiswaarts. Op de foto wordt het bataljon in het stadhuis ontvangen door Burgemeester Cremers.
