Op huijden den 1en october anno 1725
compareerden voor mij Servaas Galli, notaris publique
bij de Edele Hooge regeringe desen landen geadmitteerd,
binnen de stad Batavia resideerende
ende voor de voorgenoemde getuigen de heer Joachim Guilbaut, coopman ten
dienste der Edele compagnie, en administrateur der
west zeijdse negotie packhuijsen, als man
en voogd van zijne huijsvrouw juffrouw
Susanna Rooselaar, dewelke in die
qualiteijt ten behoeve van de heer meneer
Wigbold Slicher **, koopman ten
dienste welmeld, verklaarde, te cederen
ende aff te staan alle regt, actie ende
pretentie die hem comparant Nomine Uxoris [= in naam van de echtgenote]
genigsints soude kunnen ofte mogen competeeren
op ende aan zeekere twee lijfeijgenen genaemt
Daphne van Mangeraij en Saria van
Tibora zijn comparant huijsvrouwe van haar
overledene zuster juffrouw Sophia Maria
Rooselaar in haar leven huijsvrouwe van
gemelte heer Slicher aangekomen volgens
testament en codicille den 19 maij 1721
en 13 september 1722, beijde voor den notaris
Job Freeman ende zekere getuigen
gepasseerd, renuncieerende [= afstand doen van] dierhalven zoo
voor zig zelve, als zijne naarkomelingen
van alle regt van eijgendomme, ofte hoedanig
men het ook zoude mogen noemen, dat hem
comparant soo uijt kragte van voorschreven testament
codicillen, ofte alle andere hoofde, zoude
mogen toekomen, consenteerende gemelde
lijffeijgenen werden gesteld in vollen vrijdomme,