1 juni. Heden morgen nerveus. Had Anfechtungen [= bezwaren].
2 juni. Heden gehypnotiseerd. Viel ten slotte in slaap, werd van 6 uur namiddags gewekt (de hypnose begon ’s middags half twee).
3 juni. Sliep heden nacht slecht. Kon niet in slaap komen. Is niet tevreden over den afloop der hypnotische slaap. Had koude voeten gekregen. Suggestie was niet toegepast etc.
4 juni. Geene bizonderheden.
5 juni. Idem [= hetzelfde als de dag ervoor].
6 juni. Idem.
7 juni. Idem.
8 juni. Idem
9 juni. Idem
10 juni. Idem
11 juni. Sedert de 3 daagsche aantekeningen geschreven werden, converseerden wij elken dag een paar uren met onzen sympathieken zeer geleerden lijder, den beklagenswaardigen “inverti” [=homoseksuele man], den unisexueelen [= ander woord voor homoseksuele man], die tevens blijken gaf geheel eenzijdig ontwikkeld te zijn en alle inzicht in natuurwetenschappen en in het levende rijk der natuur mist. De groote hoeveelheid gegevens aldus verzameld, laten me tot gelegener tijd rusten.
Weekaantekeningen
18 juni (3de week). Weet zich geheel te schikken. In z’n single room houdt hij zich met allerlei nuttige arbeid onledig [=bezig]. Elken middag half twee legt hij zich te bed en valt hij onder eenige guns[?] hypnotische suggestie in slaap. Gewoonlijk wekken we hem om half 4 à 4 uur, meestal ontwaakt hij zich lekker en frisch gevoelende. Hij heeft veel hoop dat hij verbeteren zal etc.
25 juni (4) Situatie idem. Toestand vrij bemoedigend. Onthoudt zich geheel van masturbatie. De eenigste zorg voor hem is, dat als hij geneest, hij geene idealen, geen liefde meer zal hebben, welke hem inspireeren kan, etc. etc. Het aantal gegevens wordt zeer uitgebreid, ze worden later verwerkt.