Hier vind je verschillende bronnen over de lhbtqia+-geschiedenis van Haarlem en omstreken.
Beschikbare tools
Overzicht van alle transcripties
Homoseksualiteit als ziekte
Als schoolknaap was hij stil, niet luidruchtig, liefst slechts in
het gezelschap van 1 tot 2 jongens. In grootere massa bij elkaar
gevoelde hij zich niet op zijn gemak en zocht hij zich af te
zonderen. Gewoone jongensspelen deed hij niet mede, vooral
ook niet aan de woestere; nimmer leerde hij rooken, zwemmen
paardrijden, hij had geen neiging tot sport, dansen etc.
Als kind en jongeling was hij zeer religieus, zijn verhouding tot
knapen vond hij niet onzedelijk. Omgekeerd was hij zeer gekrenkt
als de jongens het over het sexueel verschil der menschen hadden
en zij in de voor hun mysterieuse zaken zich verdiepten. Een toespeling
er op dat ook hij door voortplantingsdaden van zijne ouders
ontstaan is, vond hij afschuwelijk en onrein, onkuisch etc.
Op zijn 13de jaar bemerkte hij voor ’t eerst zijn geheele ongevoeligheid
voor meisjes, waarover hij door zijn kameraden bespot werd. In
dien tijd had hij een platonische liefde voor een knaap van
gelijken leeftijd opgevat. Hij geraakt in vuur als hij over dezen
vriend sprak, wordt opgewonden en bezweert u, dat hij nimmer
onreine dingen met hem uithaalde, wel knoopte hij onreine gedachten
aan het voorwerp van zijn liefde vast. Deze vriend stierf op
zijn 16de jaar aan disentheritis [= dysenterie, een zware vorm van diarree]. Hij had toen het gevoel niet meer in
leven te kunnen blijven, hij werd melancholisch en stil. Zijn liefde
leeft nog heden diep gevoeld voort; jaren lang bezocht hij daaglijks
trouw het graf, zijn klein zakgeld werd steeds opgespaard om
een krans te kunnen leggen op het graf op den naamdag van
het overlijden van zijn vriend.
1 juni. Heden morgen nerveus. Had Anfechtungen [= bezwaren].
2 juni. Heden gehypnotiseerd. Viel ten slotte in slaap, werd van 6 uur namiddags gewekt (de hypnose begon ’s middags half twee).
3 juni. Sliep heden nacht slecht. Kon niet in slaap komen. Is niet tevreden over den afloop der hypnotische slaap. Had koude voeten gekregen. Suggestie was niet toegepast etc.
4 juni. Geene bizonderheden.
5 juni. Idem [= hetzelfde als de dag ervoor].
6 juni. Idem.
7 juni. Idem.
8 juni. Idem
9 juni. Idem
10 juni. Idem
11 juni. Sedert de 3 daagsche aantekeningen geschreven werden, converseerden wij elken dag een paar uren met onzen sympathieken zeer geleerden lijder, den beklagenswaardigen “inverti” [=homoseksuele man], den unisexueelen [= ander woord voor homoseksuele man], die tevens blijken gaf geheel eenzijdig ontwikkeld te zijn en alle inzicht in natuurwetenschappen en in het levende rijk der natuur mist. De groote hoeveelheid gegevens aldus verzameld, laten me tot gelegener tijd rusten.
Weekaantekeningen
18 juni (3de week). Weet zich geheel te schikken. In z’n single room houdt hij zich met allerlei nuttige arbeid onledig [=bezig]. Elken middag half twee legt hij zich te bed en valt hij onder eenige guns[?] hypnotische suggestie in slaap. Gewoonlijk wekken we hem om half 4 à 4 uur, meestal ontwaakt hij zich lekker en frisch gevoelende. Hij heeft veel hoop dat hij verbeteren zal etc.
25 juni (4) Situatie idem. Toestand vrij bemoedigend. Onthoudt zich geheel van masturbatie. De eenigste zorg voor hem is, dat als hij geneest, hij geene idealen, geen liefde meer zal hebben, welke hem inspireeren kan, etc. etc. Het aantal gegevens wordt zeer uitgebreid, ze worden later verwerkt.
Vrouwen in mannenkleren
Franchijntien Theunis, alias Jan Theunissen.
Is verstaen dat de heere officier Franchijntien Theunis, die haer mede liet noemen als sij haer in manskleederen hadde gekleet Jan Theunissen, ende die op het versoeck van de Diaconen deser stadt in apprehentie was gestelt met advijs ende kennisse van schepenen sal mogen ontslaen ende relaxeren [= vrijlaten].
Opt versoek vande magistraat ende kerkenraad
Geesje Hoogmeester
sal (in mans clederen)
In ’t werkhuijs werden
Gebracht.
Opt versoek vande magistraat ende kerkenraad
van Coeverde mitsgaders vande ouders van Geesje
hooghmeester out 30 jaer weduwe van Jacob Dammers
in zijn leven capiteijn des armes[1], die haar
drie kinders hadde verlaten, dewelcke althans tot
Coeverde in ’t Weeshuijs wierden gealimenteert
En haar eenige tijd in mans clederen hadde onthouden,
sonder dat echter beschuldigt wierd andere
misdaad begaan te hebben. Is goetgevonden ende
verstaan deselve te confineren in ’t werckhuijs
binnen dese stad om aldaar ter discrete vande
regenten te arbeijden en dat aldaer soo langh
sal blijven gedetineerd, alshaer edele groot achtbaere
sullen comen goed te vinden.
[1] De kapitein d’armes was verantwoordelijk voor het beheer en het onderhoud van de wapens.
Lesbisch huwelijk
Confessie van Cornelia
gerrits van Breugel
Seijt dat sij nu ontrent tien jaaren geleden
hier tot leijden inde pieters kerck getrouwt is
met eenen Egbert Roelofsz steenwijck, en dat
de selve haren man voorleden Valckenburger
marckt negen jaren geleden, van haer
affgegaen is, en oock sedert dien tijt niet
wederom bij haer is gecoomen, maer met den
selven middelen wijlen soo nu en dan wel te hebben
gesproocken.
Seijt alsnu te woonen bij seeckere Elisabeth Bolijn
daar sij paesch avont aencomende vier jaren, mede
opde middelwegh alhier is comen woonen, en
dat sij weijnightijts aldaer gewoont hebbende
gesamentlijck sijn gaen woonen in de Breepoort
inde scheijstraet, dat sij nu ontrent drie jaren
geleden vande voorscreven Elisabeth Bolijn is affgescheijden,
en geduurende den tijt van hare
bijwooninge altijt bij den anderen hebben
geslaapen, dat sij nu ontrent drie jaren
de voorscreven Elisabeth Bolijn weder tot amsterdam
heeft gevonden, naer dat sij gedetineerde
haer alhier in mans klederen hadde gekleet,
en dat sij in dat gewaet bij de meergenoemde
Elisabeth tot amsterdam voorscreven is gecomen
gelijck sij met den andere waren versproocken
en over een gecoomen om aldaer met den
anderen te trouwen: dat sij tot voorleden
Kersmis in mans klederen heeft gegaen,
welcke klederen sij sedert dien tijt affgeleijt
en haer ordinaris gewaet en klederen weder
aengedaen heeft, alsoo sij een inkeer en tegen
heijt in dat gewaet heeft gekregen act
den 24 maart 1688.
Seijt dat Elisabeth Bolijn op haer gedetineerdens
ordre de klederen die sij soude dragen
alhier heeft gekoft aldus geconfesseert
den 29 maert 1688.
Confessie van Elisabeth
Bolijn, out 28 jaren geboortig van Leijden
Bekent nu ontrent drie jaren geleden tot amsterdam
getrouwt te zijn met eenen Cornelis Brugh
hamburger van geboorte; seijt noijt swanger
geweest te zijn, maer dat sij wel een enckelde
reijs, de ordinaris teijckenen niet heeft gehadt,
seijt dat haer man, geseght wert in Brabant
te zijn, aengesien sij door eenige oneenigheden
vanden anderen sijn geraeckt, en dat haer
voorscreven man sijn bequame en behoorlijcke
mannelijcke leden heeft gehadt.
Bekent nader gevraegt sijnde, dat sij met
seecker vrouws persoon, genaempt Cornelia
van Breugel, nu ontrent drie jaren geleden,
tot amsterdam in de gereformeerde kerck
is getrouwt, dat de voorscreven Cornelia van
Breugel, in mans klederen gekleet zijnde
voor man ageerde, en sich voorde werelt
verthoonde, dat de selve Cornelia ontrent
Kersmis laatstleden, dat gewaet afgelegt
en de vrouwen klederen weder aengedaen heeft,
dat sij voor haer trouwen beijde alhier inde
scheijstraet hebben gewoont,
seijt dat haer beijde nagegeven wert, dat sij
met een hont te doen gehadt souden hebben
actum den 24.3.1688.